In deze leeftijd is er eigenlijk nog geen sprake van pesten. Kinderen zijn nog te jong om echt bewust te pesten. Bij pesten gaat het namelijk erom dat kinderen heel bewust steeds maar weer hetzelfde slachtoffer kiezen om te pesten. In deze leeftijd kan je dus eigenlijk meer spreken van kleine ruzietjes. Al kunnen kinderen in deze leeftijd elkaar soms behoorlijk dwars zitten. In deze leeftijd is het heel gebruikelijk dat speelgoed van elkaar wordt afgepakt of dat de kinderen aan elkaars haren trekken. In deze leeftijdsfase hoort het vechten om speelgoed er zeker bij. Juist hierdoor leren ze hoe ze met andere kinderen om kunnen gaan. Ze leren hierdoor bijvoorbeeld de grenzen van een ander.
In deze leeftijdsfase vinden kinderen het moeilijk om zich te verplaatsen in de gevoelens van een ander. Over het algemeen zijn kinderen in deze leeftijd zeer sterk op zich zelf gericht. Betreft speelgoed betekent dit over het algemeen dat alles wat zij leuk vinden dat zij dit ook hebben willen. Het maakt dan niet uit dat een ander kind dit net zo leuk vind en hier ook graag mee wil spelen.
Er zijn hiervoor ook wel de zogeheten peuter regels opgesteld:
- Ik vind het mooi > van mij.
- Ik heb het vast > van mij.
- Ik pak het af > van mij.
- Ik had het eerst > van mij.
- Lijkt op de mijne > van mij.
- Ik zag het eerst > van mij.
- Jij liet het los > van mij.
- Het is sowieso van mij.
- Oh, is het stuk? > van jou.
Op het moment dat kinderen drie jaar worden, beginnen ze een beetje door te krijgen hoe ze contact kunnen leggen met andere kinderen. Dan ga je echt merken dat kinderen meer vragen aan andere kinderen. Je ziet dan dat kinderen minder gaan duwen of afpakken om datgene te krijgen wat zij graag willen hebben. Kinderen gaan dan ook steeds meer leren van oplossingen die ze zelf vinden. Het is dus ook aan te raden om vanaf deze leeftijd kinderen vooral even te laten gaan als zij een ruzietje hebben.
Opdracht voor jou:
- Welke punten herken jij bij de peuter?
- Kun je een korte beschrijving geven van hetgeen je dan herkent?
- Deel je antwoorden in de besloten Facebook groep onder gids 11.
Opdracht voor het oudere kind:
- Laat de kinderen een poster maken die regels en tips toont over hoe je speelgoed deelt en ruzies voorkomt.
- Begin met een groepsgesprek waarin je met de kinderen ideeën verzamelt over goede manieren om speelgoed te delen en hoe je ruzies kunt oplossen.
- Geef elk kind een vel papier en kleurpotloden, stiften of verf. Vraag ze om hun favoriete regels en tips visueel weer te geven. Ze kunnen tekenen, schrijven, en kleuren gebruiken.
- Laat de kinderen hun posters aan elkaar presenteren en uitleggen waarom ze bepaalde regels of tips belangrijk vinden.
Opdracht voor jou:
- Laat de kinderen een vriendschapsketting maken waarin ze visueel laten zien hoe ze samen kunnen spelen en ruzies kunnen vermijden. Elke schakel van de ketting bevat een tekening of beschrijving van een positieve actie of regel.
- Geef elk kind een aantal strookjes papier en kleurpotloden of stiften.
- Vraag de kinderen om op elk strookje een tekening te maken van een manier om samen te spelen zonder ruzie te maken. Bijvoorbeeld: “Om de beurt spelen”, “Samen delen”, “Vriendelijk praten”.
- Laat de kinderen hun strookjes aan elkaar lijmen om een ketting te maken.
- Hang alle individuele kettingen samen op in de klas of in je praktijk om één grote vriendschapsketting te maken. Bespreek met de kinderen hoe elk van hun bijdragen helpt om een vriendelijke en leuke speelomgeving te creëren.