Beschrijving
Voor wie …
Deze scriptie is geschreven voor T, een dagcentrum voor basisschoolkinderen en hun gezinnen in Blankenberge, België waar gezinnen tijdelijk integraal worden ondersteund en begeleid. Binnen de T krijgen de begeleiders veel te maken met gezinnen waarvan de ouders zijn gescheiden. De begeleiders merken dat de scheiding van de ouders een grote impact op de kinderen heeft. In deze scriptie staat daarom het thema ‘Levend verlies bij scheiding’ centraal, wat ook wel gelezen kan worden als ‘Chronische rouw bij scheiding’. Chronische rouw wordt als term bedoeld voor de normale, doordringende en diepe verdrietreacties die ervaren worden wanneer er geen contact mag zijn met de afwezige ouder, en wanneer hier tevens ook niet over gesproken mag worden.
Het probleem …
Volgens de opdrachtgever is er bij de begeleiders van de T een gebrek aan theoretische kennis en praktisch uitvoerbare handvatten om kinderen in de negenjaarsfase ondersteuning te kunnen bieden bij gevoelens die veroorzaakt worden door deze ‘Chronische rouw bij scheiding’. In deze negenjaarsfase gaan kinderen vanuit een nieuw gezichtspunt naar de dingen kijken die om hen heen gebeuren in het leven. Het is de fase waarin zij zich steeds meer bewust worden van hun eigen ‘ik’, waardoor zij tegenover ‘de ander’ komen te staan. Specifiek voor kinderen in de negenjaarsfase zou een scheiding een extra grote belemmering kunnen vormen. De begeleiders van de T hebben volgens de opdrachtgever door het gebrek aan theoretische kennis en praktisch uitvoerbare handvatten vooral moeite om de kinderen goede emotionele ondersteuning te bieden, als zij van de aanwezige ouder het verzoek krijgen om niet over de afwezige ouder te spreken.
Het onderzoek …
Dit kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd met als doel om een advies op te stellen voor de begeleiders van de T omtrent een vorm van ondersteuning die ingezet kan worden bij kinderen in de negenjaarsfase die te maken hebben met ‘Chronische rouw bij scheiding’. Om tot dit advies te kunnen komen, is de volgende centrale vraag opgesteld:
‘Wat hebben de begeleiders van de T nodig aan theoretische kennis en praktisch uitvoerbare handvatten om kinderen in de negenjaarsfase ondersteuning te bieden bij gevoelens van ‘Chronische rouw bij scheiding?’
Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag, zijn er een zestal deelvragen opgesteld. Hiervan zijn er drie beantwoord met behulp van wetenschappelijke artikelen en literatuur verkregen via onder meer Google, Google Scholar en Springer Link. De overige drie deelvragen zijn beantwoord middels onderzoek in de praktijk met behulp van online vragenlijsten die zijn opgesteld met Google Forms. Deze vragenlijsten zijn gedeeld onder tien begeleiders van de T, en vijf professionele coaches die ervaringsdeskundige zijn.
De resultaten en conclusie …
Uit de deelvraag wat er in de literatuur bekend is over gevoelens en gedrag ten gevolge van ‘Chronische rouw bij scheiding’ bij kinderen in de negenjaarsfase, komt naar voren dat kinderen ondanks dat zij ver genoeg ontwikkeld zijn om de scheiding van hun ouders te kunnen begrijpen, zij nog wel moeite hebben om de gevoelens zoals boosheid, schuld en angst die erbij komen kijken te verdragen.
Het literatuuronderzoek naar de rol van de begeleiders heeft aangetoond dat naast een effectieve communicatie en kennis van het rouwproces waar kinderen na een scheiding doorheen gaan, de ‘Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker’ uit Nederland en de ‘Deontologische Code voor Jeugdwerk met Maatschappelijk Kwetsbare Kinderen en Jongeren’ in België beide essentieel zijn voor begeleiders om ethisch en verantwoordelijk te handelen bij het ondersteunen van kinderen in de negenjaarsfase die te maken hebben met ‘Chronische rouw bij scheiding’.
Tevens blijkt uit literatuuronderzoek dat er diverse interventies en methodieken beschikbaar zijn die ingezet kunnen worden bij kinderen die problemen als gevolg van een scheiding ervaren. Interventies die specifiek ingezet kunnen worden bij scheiding zijn de ‘KIES-Methode’ en de methode ‘Kinderen uit de knel’. Daarnaast geeft literatuuronderzoek aan dat het inzetten van cognitieve gedragstherapie of speltherapie eventueel ook passend zou kunnen zijn.
Uit de antwoorden op de vragenlijsten die ingingen op de vraag wat begeleiders nodig hebben aan ondersteuning bij het begeleiden van kinderen in de negenjaarsfase die ‘Chronische rouw bij scheiding’ ervaren, is gebleken dat de begeleiders van de T vooral behoefte hebben aan kennis rondom verlies en rouw, scheiding en de kern van de basisbegrippen uit de ontwikkelingspsychologie. Uit het praktijkonderzoek kan geconcludeerd worden dat er voor de begeleiders van de T tevens een behoefte is aan inzet van praktische handvatten in de vorm van methodieken en (spel)materiaal, zoals boeken en poppetjes.
Op basis van deze conclusie, wordt aanbevolen om scholing aan te bieden aan de begeleiders met betrekking tot de thema’s verlies en rouw, scheiding en de ontwikkelingsfasen die kinderen doormaken. Daarnaast wordt als aanbeveling gegeven om minstens één keer per maand een teambespreking te organiseren waar ingegaan wordt op het gebruik van praktische (spel)materialen zoals boeken en poppetjes die ingezet kunnen worden ter ondersteuning bij ‘Chronische rouw bij scheiding’. Verder wordt aanbevolen om te werken met interventies zoals de ‘KIES-Methode’ en de methode ‘Kinderen uit de knel’, en overige passende interventies voor individuele begeleiding voor kinderen in de negenjaarsfase die gevoelens ervaren ten gevolge van ‘Chronische rouw bij scheiding’.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.